Anaalklieren
Anaalklieren
Aan beide zijden naast de anus, zijn de anaalklieren gelegen. Anaalklieren zijn plooien van de huid, tussen de inwendige en uitwendige sluitspier van de anus met een dunne afvoerbuis die uitmondt net naast de anus.
Problemen met de anaalklieren komen bij honden vaak voor. Ze kunnen overvuld en ontstoken raken. Honden kunnen dan ongemak, jeuk of pijn hebben. ‘Sleetje rijden’ kan hier een gevolg van zijn; voor sommigen kan dit er grappig uitzien, maar het is een gevolg van een onderliggend probleem waar je dier veel last van kan hebben.
Anaalzakjes
De anaalklieren worden ook wel anaalzakjes genoemd en zitten qua plek op 4 en 8 uur in de anus. Ze hebben buisjes die uitmonden in de anus. De zakjes zijn gevuld met een zeer sterk ruikende vloeistof. Bij iedere ontlasting komt als het goed is een beetje van deze vloeistof mee. Het heeft een belangrijke rol in de communicatie tussen honden en in de territoriumafbakening. De anaalzakjes kunnen ook spontaan geleegd worden bij grote schrik of paniek. Een geur die absoluut niet te missen is!
Wanneer ontstaan problemen?
Grofweg gezegd kunnen er problemen ontstaan als de anaalkliertjes niet goed geleegd worden. Dit legen gebeurt geheel mechanisch als er ontlasting langs beweegt. Problemen ontstaan dan ook als de ontlasting te zacht of juist te hard is of als er te weinig ontlasting wordt geproduceerd. Verder kan een overload aan afvalstoffen die onvoldoende wordt verwerkt en uitgescheiden door lever en nieren ook voor problemen met de anaalklieren zorgen.
Hoe herken je geïrriteerde anaalzakjes?
Het typische sleetje rijden, meestal vlak na het poepen, valt vaak het meeste op.
Klachten aan de anaalklieren geven ongemak, dus het kan ook zijn dat je hond veel aan de anus likt. Ook kunnen honden gaan bijten rond de staartaanzet. Dit wordt regelmatig voor vlooien aangezien. Als je deze symptomen ziet, maar geen vlooien kunt vinden, wees er dan alert op dat dit gedrag aan de anaalzakjes gerelateerd kan zijn. Als er al sprake is van een ontsteking dan stinkt dit vaak ook.
Ontsteking van de anaalklier laat zich het best onderverdelen in acute en chronische anaalklierontsteking. Voor de oorzaak van de ontsteking zijn meerdere mogelijkheden, vaak is een combinatie van de mogelijkheden aanwezig:
- Een ophoping van afvalstoffen in het lichaam die via de anaalklieren wordt uitgescheiden
- De samenstelling van het anaalkliervocht verandert van samenstelling, er gaat namelijk meer taaie, talgachtige substantie aangemaakt worden.
- Er vindt extra aanmaak van anaalkliervocht aan.
- Er kan een verandering van de spiertonus van de inwendige en uitwendige sluitspier optreden.
- Verandering van de vorm van de ontlasting, vaak te dunne ontlasting, waardoor de anaalklieren niet meer worden leeg geperst
Het gevolg van deze verandering(en) is dat er een overvulling van de anaalklier ontstaat waardoor er gisting, irritatie en eventueel infectie in de anaalklier kan optreden. Hierdoor gaat de hond likken onder zijn staart, of in de omgeving van zijn staart. De hond zal mogelijk gaan “sleetje rijden” om zich op deze wijze te krabben aan de anus.
Bij de chronische vorm kunnen deze symptomen vrij lang (enige maanden) aanwezig blijven, zonder dat er aan de buitenzijde van de anaalklier iets te zien is.
Bij een acute ontsteking is het echter anders, daar kun je duidelijk aan de buitenzijde roodheid en zwelling op een tot twee centimeter naast de anus waarnemen. Bij de acute infectie komt het ook zeer regelmatig voor dat de ontstoken anaalklier open springt en dat er veel bloederig ontstekingsmateriaal naar buiten komt.
Wat nu te doen? Dit is afhankelijk van de aard van de ontsteking. Is het een acute ontsteking waarbij de anaalklier is doorgebroken dan is goed schoonmaken van de anaalklier en het geven van antibiotica of een natuurlijk antibioticum de therapie. Bij een chronische anaalklierontsteking is het probleem vaak dat de substantie die de anaalklier aanmaakt stopverfachtig van aard is geworden en niet meer via de dunne afvoerbuis de anaalklier kan verlaten. Het is dan noodzakelijk om de klier met de hand leeg te drukken. Hierbij dient er voor gezorgd te worden dat de anaalklier niet gekneusd wordt, dus er moet met niet te veel kracht gedrukt worden. Vervolgens is het van belang ervoor te zorgen dat de anaalklieren weer in balans komen en hun normale functie kunnen uitoefenen.
De rol van voeding
Het gevaar bestaat dat dit soort klachten als lokaal probleem worden benaderd. Dit is niet verstandig omdat er in feite een probleem is met de spijsvertering, voeding of verontreiniging van het lichaam met afvalstoffen (vaccinaties, vlooienmiddelen, medicatie etc.).
Diarree heeft vele oorzaken, maar bij structureel te zachte ontlasting moet er echt naar het soort voer gekeken worden. Meestal is de hoeveelheid vezels niet optimaal. Dit zie je soms ook bij honden die alleen vers vlees krijgen. Er kan dan een gebrek aan vezels zijn. Honden die vlees gevoerd krijgen met een te hoge hoeveelheid bot kunnen last krijgen van te weinig en te harde ontlasting.
Het probleem van de anaalzakjes legen
Sommige dierenartsen en trimmers kunnen vrij fanatiek zijn in het legen van de anaalzakjes. Het legen kan tijdelijk verlichting geven en zelfs nodig zijn, maar in veel gevallen geeft het alleen maar meer irritatie en kan je dier in een vicieuze cirkel terecht komen. Laat het leegknijpen van de anaalkliertjes alleen doen door een kundig persoon en alleen als het echt nodig is.
Er zijn verschillende methodes om de anaalklieren leeg te maken:
- De staart goed naar boven houden en dan rustig en voorzichtig de anaalklieren als het ware leeg masseren.
- Een vinger in de anus en van binnenuit de anaalklier tussen duim en wijsvinger leeg masseren.
- Het spoelen van de anaalklieren is ook een optie.
Wat kunnen natuurlijke middelen doen?
Naast het aanpassen van de voeding en eventueel behandeling van de dierenarts kunnen kruiden ook helpen om de klachten onder controle te krijgen en te zorgen dat ze niet meer terugkomen.
Dit zijn een aantal algemene tips. Wil je een persoonlijk advies? Psylliumvezels kunnen gebruikt worden om de ontlasting volumineuzer te maken. Bij te zachte ontlasting heeft het een bindende functie. Het is belangrijk dat er voldoende water bij gemengd wordt omdat het anders buikkramp kan geven.
Kruiden met een ontstekingsremmende werking zoals Canadese geelwortel (Hydrastis canadensis) en kattenklauw (Uncaria tomentosa) kunnen ingezet worden om ontstekingen te voorkomen of te helpen verminderen.
Kruiden zoals grote weegbree (Plantago major), salie (Salvia officinalis) en kamille (Chamomilla vulgaris) hebben een antiseptische en verzorgende werking op het darmslijmvlies. Ze hebben daarmee een balancerende en regulerende invloed op darmklachten en kunnen goed worden ingezet als er sprake is van heel wisselende ontlasting.
Probiotica is het aangewezen middel om na een antibioticakuur de darmflora (en daarmee de weerstand) weer op te bouwen. Het kan gelijktijdig worden ingezet als er een paar uur tussen de toediening zit. Dan kan het helpen om bijwerkingen van de antibiotica zoals misselijkheid, wisselende ontlasting en vermoeidheid te verminderen.